Dag Meisje van de Appelboom.
Dit is mijn jaarlijks bezoek aan jou. Voor het eerst merk ik dat ik je zonder schroom tegemoet kom en me nestel onder wat ondertussen jouw boom is geworden in mijn tuin. Hoe wonderlijk is dat, want we hebben elkaar nooit ontmoet.
De schroom is verdwenen om mijn pen te beroeren om over je te schrijven – ik had altijd schrik je tekort te doen – omdat ik nu voor het eerst vanuit de energie van de gekoesterde herinnering spreek. Jouw verhaal leeft al negen jaar in mij. Het is een tijdspanne waarin de kans toeneemt dat de routine van de dag, van de maand of het jaar alles wat vroeger was, gaat afdekken. En dus voel ik me voor het eerst als jouw woordvoerder om jouw boodschap zijn jaarlijkse herhaling te geven. Dat ik hiermee jou in herinnering breng, is dat jaarlijkse bitterzoete extra. We herdenken je, terwijl we liefst gewoon aan je zouden denken. Herdenken is de tweede beste keuze om het leven te vieren.
Je vertelde tijdens je leven immer over dankbaarheid en je droeg dat eenvoudig woord waarvoor onbeschrijfelijk veel moed voor nodig is, in je vaandel alsof het niets was. Het was je mantra. Op het wereldtoneel is bij diegenen die ons lot sterk bepalen, geen vermogen tot dankbaarheid te bespeuren. De wijsheid van het kleine meisje onder de appelboom is een nog te verwerven talent voor al onze wereldleiders.
Ik herhaal dan ook heel graag jouw woorden met mijn letters, keer op keer opnieuw. Dat we maar best dankbaar zijn. Elke dag opnieuw. Dankbaar voor diegenen die helpen, evident, in het werk, thuis voor diegenen die de onzichtbare taken opnemen zoals die kleren die steeds opnieuw als bij wonder gewassen in de kast hangen, of die brooddoos die magisch gevuld wordt. Dankbaar ook voor diegenen die ons kritiek geven of zelfs ronduit boos durven zijn op ons, waarmee ze illustreren dat we er voor elkaar toe doen. Hoe mooi is de hemel achter de donderwolken.
Wanneer zei ik voor het laatst dank u? Hoe vaak heb ik dat afgelopen maand gezegd? Oprecht, zonder verwachting op een eigen bedanking, laat staan meer. Wanneer?
Al negen jaar volg ik de masterclass dankbaarheid bij jou. Ik kan alleen maar zeggen dat ik dat jaarlijks gesprek onder ons nodig heb om dankbaar te blijven. Dat ik het bezoekje onder de appelboom nodig heb om de verbittering, die onwillekeurig ontstaat bij opgestapelde teleurstellingen van het leven, van me af te schudden. Dat jij me zegt dat het allemaal zo erg niet is.
Ik ben jou daar ontzettend dankbaar voor en vertel dan ook graag over dat meisje dat onder die appelboom haar leven gaf in dankbaarheid. Dat meisje dat ik koester en dat ik nooit wil vergeten. Dat meisje dat de wereld nooit mag vergeten.
We zien elkaar volgend jaar terug. Dan kom ik terug van je leren.
Dankjewel.