4. Ze eten allemaal

Van alle installateurs komen loodgieters wellicht op de meest intieme plekken van vreemden. Loodgieters komen in toiletten, in badkamers, slaapkamers, zitten aan wasmachines met soms de vuile, of propere was er nog in, kortom ze zien wat de beste vrienden doorgaans niet te zien krijgen: de achterkant van het leven. Een beetje zoals hetgeen zich afspeelt in de verborgen gangen en kamers van hotels. Gasten zien enkel de lobby, de slaapkamer en  het restaurant maar de helft van een hotel bestaat uit allerlei gangen en kamertjes waar geen gast mag komen. En waar wellicht geen gast wil komen opdat hij zijn appetijt niet zou verliezen om in een vreemd bed te gaan slapen waar de nacht ervoor iemand anders in gelegen heeft. Hotels doen er alles aan om een illusie hoog te houden. En wij misschien ook wel. Dat merk ik toch als ik op interventie ga.

Ik zie dus de achterkant van het leven van de bewoners van het appartement waar dit verhaal over gaat. Het hoeft die lingerie niet te zijn om te leren wie er in het huis woont. Gewoon mijn aanwezigheid op het ogenblik dat er gegeten wordt bijvoorbeeld, zegt vaak veel van wie aan tafel zit. Mercurius eet zelden thuis. Hij eet met zakenrelaties in restaurants of het hippe broodje van de zaak om de hoek. Die verkopen geen broodjes maar de ervaring van het Franse stokbrood, hier gewoon thuis. Ik kocht er ook wel al eens iets als mijn interventies uitliepen, maar ik kon er geen Fransman in herkennen. Veel te ingewikkeld, teveel sla en vooral teveel van die geraspte wortelen die steevast op mijn kleren vallen met net dat streepje mayonaise eraan. In de koelkast van Mercurius staat vooral drank: bier, wijn en suikerhoudende frisdrank. Gezond eten is niet direct een aandachtspunt. En toch pretendeert hij een kok te zijn, maar dan vooral om indruk te maken dan wel om culinair uit de hoek te komen. Mercurius kent alle vleessoorten die in de mode zijn en kan ze grillen als geen ander. Dan is hij de man die het vuur beheerst. Een vleugje van de oerman probeert hij dan te tonen. Geloofwaardig is het zelden. Zijn gezelschap vindt dat doorgaans niet zo erg. De vrouwen die bij Mercurius op bezoek komen, houden wel van een beetje theater en weten ook dat ze ernaar zitten kijken. Het is een leuk tijdverdrijf en je krijgt er nog een lekker stukje tournedos bij. Want bij Mercurius mag het wat kosten als het gaat om indruk te maken.

Ook Herse laat zich de charmes van Mercurius wel gevallen. Ze is dan wel geen grote vleeseter, het spektakel van het grillen en het flamboyante praatje erbij kan ze wel smaken. Het is mij nog altijd een raadsel waarom twee volwassen mensen er altijd zo’n gedoe van maken. Je weet waar het zal eindigen, of toch, waar ze naartoe werken, dat bed, maar de omwegen die ze ervoor maken, zijn soms eindeloos en vaak vol verraderlijke bochten. Regelmatig vliegt er wel eens eentje uit. Bij Herse en Mercurius liep alles aanvankelijk redelijk gesmeerd. In die mate zelfs dat Herse, de overtuigde zelfstandige vrouw, nieuwe horizonten begon te zien die ze wou verkennen. Zou Mercurius dan misschien de rest van haar eenzame avonden gaan invullen? Het was een gedachte die ze lang geleden had opgeborgen. Die ene ridder die Herse ooit had ontmoet, had haar zo van haar stuk gebracht, dat ze van geen ridders meer wilde weten. Maar nu stond er een zeiler voor haar deur. Mercurius zeilde op de deining van de heersende emoties. Emoties die hij zelf eerst aanwakkerde om er daarna als een volleerd zeiler op te varen. Hij sprak er wel eens over, over dat zeilen, het echte zeilen. Niet dat hij iets had met boten, maar ooit was hij enkele keren meegevaren met een kennis die hij een vriend noemde. En Mercurius zou Mercurius niet zijn als hij die ervaringen niet zou uitwerken tot gedetailleerde anekdotes vol avontuur en spanning. Je kon niet anders dan geloven dat hij een eerste klas ervaren skipper was. Hij vertelde niet over de zeeziekte die hem overkwam bij die tochtjes net voor de kust. Dat spaarde hij voor een verhaal met een dramatische wending dat ooit nog wel van pas zou komen. Theater dien je best op in een zorgvuldig samengestelde reeks van scènes.

Maar we hadden het over eten. Ook Herse liet zich niet onbetuigd als het over maaltijden ging. Ze wist als geen ander dat eten verbindt. Sedert de dag dat Mercurius haar en haar vaatwas had geïnspecteerd, maakte ze steevast een dubbele portie van haar avondmaal. Je wist immers maar nooit. En die keren dat Mercurius langskwam of zij bij hem, had ze altijd toevallig voldoende in huis. Kwestie van de toekomst te voeden. Hij zorgde voor de wijn, waar hij een dubieus handeltje in voerde. Geen topwijnen, maar zo zagen ze er wel uit. Niet geselecteerd op terroir of ambacht, maar op marge, waar het meest mee te verdienen viel. Mercurius was een sommelier van de economie. Hij wist meer van het prijskaartje dan van wat in de fles zat. Herse dronk niet, maar dat deerde Mercurius niet. Die fles kreeg hij zelf ook wel klein. En het gaf zijn vlotte charme nog wat extra swung zodat de zee van emoties grotere golven vertoonde en het zeilen avontuurlijker werd. Herse maakte dan steevast een gespeeld kirrend geluid. Wie dacht dat theater in een zaal werd vertoond, moet eens kijken naar de restauranttafel waar twee vreemden op elkaar indruk willen maken. Geen enkele regisseur die het zo natuurlijk kan laten spelen. Herse en Mercurius dus, samen varend over de oppervlakte van de emoties.

Als bij Mercurius het leven zo licht als een heliumballon was, dan ploegde Thisbe door de verse voren van haar levensakker. Ook gedreven door emoties, en toch heel anders. Thisbe ging gebukt onder de vloek van de denkers. Hoe meer je over het leven nadenkt hoe zwaarder het soms kan worden. Ze was nog geen onthecht filosofe die de lichtheid van het bestaan kon aanschouwen. Ze was ook het type niet dat zich door een Mercurius naar de oppervlakte zou laten meetrekken voor een zorgeloos tochtje over de zee van het leven. Bij Thisbe startten de meeste gesprek met ernst en aandacht. Naarmate het bier vloeide – Thisbe dronk bij voorkeur pils – kwam er door de gist van het bier luchtigheid in haar denken. Slechts éénmaal trof ik haar in die toestand aan. Ze had een goede vriend op bezoek, een zielsverwant zo leek het, te zien aan het ongedwongen gemak waarmee ze met elkaar omgingen. Dit waren oude bekenden in de mooiste betekenis van het woord. Ook theater, maar geen poses. Theater om elkaar te vermaken eerder dan om indruk te maken. Spelen voor het spel eerder dan om te tonen wie de beste was. Het is het mooiste theater dat je kan aanschouwen. Helaas komt dat niet zo vaak voor en al zeker niet bij Thisbe die ‘savonds vaak voor  haar laptop zit als de kinderen in bed zitten. Op zoek naar die nieuwe toekomst die haar uit die zolderstudio zou weghalen. Daar hoopte ze nog altijd op, om weg te geraken. Weg van de tweede verdieping, weg van het leven dat ze inkleurde. Dat is waar ze naar keek vanuit dat Franse zolderraampje, kijken naar de toekomst. Terwijl ze vergat dat ze de toekomst aan het maken was, elke dag opnieuw. In een hoek sleutelde ik mee aan die toekomst. De kraan van haar gootsteen was verkalkt. Ook weer zo’n probleem dat ik niet echt kon verhelpen. Loodgieters kunnen alleen kalkaanslag verwijderen en wachten tot het opnieuw vastloopt. Zo hielp ik haar dus vooruit. Steeds opnieuw. Of hoe het verkalken van de wereld voor werkzekerheid zorgt. Aan elk nadeel zit een voordeel.

Thisbe was geen kok. De vader van haar kinderen was dat wel. En dus was koken voor Thisbe, nu ze alleen was, een opgave geworden waar ze tegenstrijdig tegenaan keek. Ze vond eten belangrijk en wou er meestal een feest van maken, maar dan liefst in een restaurant of thuis van het afhaalrestaurant. Thisbe vond die stapels dozen die dan op tafel verschenen een teken van gezelligheid. Het is een kwestie van hoe je het bekijkt. Frisdrank en bier inbegrepen. Ook denkers die graven moeten soms naar de oppervlakte om lucht te happen. En daar komen ze dan figuren zoals Mercurius en Herse tegen. Niet zelden moeten zwemmers oppassen om niet overvaren te worden. En dat was niet anders bij Mercurius en Herse. Herse zwaaide dan wel eens vanuit de zeilboot van Mercurius naar Thisbe. Mercurius merkte vooral de kleur van haar zwempak op.

2 gedachten over “4. Ze eten allemaal

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *